Trails, trails en trails

Op een kleine twee uur rijden vanuit België of een uurtje of vier vanuit Nederland vind je de Vogezen. Een laaggebergte in Frankrijk dat een ware schat aan trails herbergt. De pieken van de Vogezen gaan tot 1424 meter, de ondergrond in het gebied is divers. Je vindt hier alles; van heerlijk loamy trails tot zeer technische, rotsachtige paden die je naar adem doen snakken.  

Historie 

Eén van de redenen van de vele mountaibike paden in dit gebergte? De oorlogen die het gebied kende. Vandaag de dag zijn de Vogezen Frans grondgebied, maar dat is niet zonder slag of stoot zo ontstaan. Gedurende de Franse Revolutie werd hier al gevochten. De grens van het Duitse Keizerrijk en de Franse Republiek splitste hierna het gebied, tot het gebied na de Eerste Wereldoorlog in zijn geheel aan Frankrijk werd toegewezen. De sporen van de gruwelijke gevechten in de Eerste Wereldoorlog zijn alom aanwezig. Van bunkers, tot loopgraven en munitie die nog overal ligt. Ook de Duitse benamingen van bergen en plaatsen laten duidelijk zien dat dit stukje Frankrijk een roemruchte geschiedenis kent. 

De orde van de dag 

Het groen van de Vogezen, samen met de vele meren, maken de omgeving aangenaam en uitnodigend. Het gebied is doorspekt met paden. Je vindt hier alles. Van officiële routes tot prachtige paden die weliswaar niet officieel zijn gemarkeerd, maar waarop wel gefietst mag worden. Volg je de officiële routes, houd er dan rekening mee dat de moeilijkheidsgraad een stuk hoger kan uitvallen dan de kleur doet vermoeden. In België en vooral in Nederland overschatten we graag en veelvuldig het technisch niveau van onze routes.  

Als uitvalsbasis voor onze Vogezen trip kiezen we voor een oud boerderijtje ten noorden van Xonrupt-Longemer. Midden in een fantastisch gebied waar je alles kunt vinden dat je bike-hartje begeert. Omgeven door de mooiste toppen van dit middelgebergte en een grote verscheidenheid aan ondergrond.  

De Hohneck 

Met zijn 1363 meter hoogte is de Hohneck de op twee na hoogste bergtop van de Vogezen. Een kleine asfaltweg slingert zich tot vlak onder de top. Het is een geliefde locatie voor veel recreanten. Wandelaars, hardlopers, mountainbikers en motorrijders vinden hier hun weg naar de berghut onder de top. De laatste 50 tot 100 hoogtemeters omhoog zijn off road, dwars dsoor de weides. Het landschap ontvouwt zich even later voor onze neus. Rotskliffen aan de ene kant, glooiende heuvels aan de andere. We gaan op weg richting het oosten waarbij we langs de bergrand rijden om even later het bos in te schieten over een heerlijke singletrack. Na wat fotomomentjes is het direct raak, zodra we door de oude loopgraaf naar beneden kronkelen. Er volgen twee flinke switchbacks, die nét even iets te koud op ons dak vallen. Voordeel: we zijn wel gelijk wakker. Wat volgt is een heerlijke melange aan ondergrond. Ben je niet van het technisch rijden, dan zal dit pad je niet bekoren. Bij ons wordt het plezier alleen maar groter, na een dag in het bikepark te hebben vertoefd krijgen we langzaam maar zeker weer het gevoel dat ik toch wel iets kan op een fiets. Er volgen nog wat switchbacks, gevolgd door technische rots passages waar je snelheid moet houden. Dat snelheid houden is misschien wel de sleutel hier. Ga je te langzaam dan is het hard werken en wordt het alleen maar moeilijker.  

Bocht na bocht, rots na rots wordt de lach op onze gezichten alleen maar groter. Terwijl we afdalen passeren we hier en daar wandelaars. Het fijne van dit gebied? Je mag hier gewoon fietsen, ook al is het geen route. Iedereen die we passeren reageert vriendelijk. Het maakt de ervaring een stuk prettiger. Zo kan het dus ook. Terwijl we onze weg vervolgen begint de flow er steeds meer in te komen. De ondergrond is ook na flink wat regen prima te rijden. De rotsen hebben flink wat grip en de steilte zorgt ervoor dat het nergens écht nat is.  

De klim die volgt gaat zo’n 500 hoogtemeters terug de heuvel op aan de andere zijde. Over een breed en prima begaanbaar, maar wel steil pad. Hier zul je moeten werken voor je afdalingen, maar je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om dat iets meer op je gemakje te doen. Veel trails zijn ook via de weg te bereiken. Zelf zijn wij wel te porren voor een stukje klimmen, als het even kan nog via een technisch singletrackje. Dat laatste is er helaas niet, maar het uitzicht boven maakt veel goed. De trail die volgt is wat minder technisch, maar hij kronkelt heerlijk. De snelheden gaan omhoog en we slaken kreten van plezier. 

Op naar het front 

De dag erna gaan we richting de Lingekopf. Een top waar zwaar werd gevochten. De Duitse versterkingen zijn bewaard gebleven en er is een museum ingericht dat druk wordt bezocht. Wij rijden erlangs, om 50 meter verder het bos in te slaan. Tussen de bomkraters die nog steeds duidelijk zichtbaar zijn, ligt een singletrack die heerlijk rijdt. Gooien en smijten, sturen en corrigeren. Het eerste deel van het pad eindigt bij een bunker, waar sommigen van ons in het enthousiasme nog bijna tegen een boom belanden. We steken de weg over en vervolgen onze weg. Het pad kronkelt langs de bosrand. Zo nu en dan steekt een stuk rots uit, waarbij sommigen uitstekend dienstdoen als lip. De finale van de trail bevindt zich in de achtertuin van Nico Lau. Een met gras begroeide heuvel, dwars door de restanten van wederom versterkingen uit de Eerste Wereldoorlog. Het leed van destijds maakt plaats voor het plezier van vandaag. Een schril contrast. Over de weg rollen we de laatste hoogtemeters naar beneden, richting Munster. 

Compleet anders – Remiremont 

Een stuk verder ligt Remiremont. Dit is het gebied waar Julien en Rémy Absalon veel, heel veel tijd door hebben gebracht (en dat nog steeds doen). De ondergrond is totaal anders dan alles wat we ervoor reden. Het gebied ligt meer aan de voet van de Vogezen. De bossen zijn anders, evenals de trails die meer loamy zijn. Mocht je denken dat ze niet technisch zijn dan heb je het mis. Er is een veelvoud aan goed uitgepijlde routes beschikbaar en als je wat moeite doet zul je nog veel meer vinden, van serieus Enduro werk tot XC trails waar je u tegen zegt. 

Lac Blanc 

Hou je van bikeparks dan heb je de optie om naar Lac Blanc te gaan. Let erop dat je hier nog een mondmasker zult moeten dragen bij de lift én je een fullface helm moet dragen in het hele bikepark. Het park zelf is voorzien van een goede mix aan trails. Van eenvoudige trails die voor ieder niveau geschikt zijn tot trails met serieus technische stukken en sprongen. Uiteraard is dit park ideaal om je skills te verbeteren aangezien je run na run na run kunt maken. Je pakt de lift en je kunt weer gaan. Overigens is het park ook in slecht weer goed te rijden, al moet je zo nu en dan wel oppassen op de north shores die flink glad kunnen worden.  

Op de bonnefooi 

Goed, trails zijn er meer dan genoeg in de Vogezen, maar ze vinden kan soms uitdagend zijn. In één van onze pogingen om zelf twee trails aan elkaar te linken faalden we hard. De zo zorgvuldig uitgezette route zag er op onze GPS uit alsof die prima te doen zou zijn. Ter plekke leek het pad meer op een puinsluier met enorme rotsblokken. We liepen er onze schoenen op stuk, maar het was zeker een avontuur. Gelukkig was het trail toetje dat volgde uiteindelijk goed, maar het is dus aan te raden om wat lokale know-how te raadplegen. 

Zoveel meer 

Eerlijk gezegd weten we niet goed waar we moeten beginnen. De Vogezen zijn simpelweg één van de beste mountainbike bestemmingen in Europa. Het middelgebergte kent een enorm aantal paden, met ook nog eens de mogelijkheid om van de officiële routes af te wijken. De Vogezen zijn wat ons betreft een must als bestemming voor jou als mountainbiker. Punt. Pak je auto maar in en trek een aantal weken door dit gebied. 

Tekst&Beeld: Irmo Keizer | redactie Mountain Bike Plus