Waar Oostenrijkse oorden als Leogang en Saalbach vól inzetten op enduristen met dikke dubbelgeveerde bakken en fullface-helmen, kiest het nabijgelegen Flachau z’n eigen weg. Hun beoogde doelgroep: de toerbiker die graag op eigen kracht z’n hoogtemeters overwint. Joris Birnie ging er een lang weekend naartoe.  

Flachau ligt in het gelijknamige dal aan de voet van de Hohe Tauern, het hooggebergte dat Oostenrijk in twee stukken snijdt. Het is een vriendelijk ogend dal, met aan weerszijden bergen van net geen 2000 meter hoog, afwisselend begroeid met gras en bos. In de winter is het een populair skigebied. Zomers is het een wandelmekka met een uitgebreid netwerk van gemarkeerde routes en een royale hoeveelheid berghutten. Ook mountainbikers weten Flachau te vinden. Evenals het aan de ‘andere kant’ van de Grießenkar gelegen Wagrain. Er zijn vele tientallen mountainbikeroutes uitgezet, hoor ik als we ’s avonds na aankomst aan de hotelbar een praatje maak met Andreas Hausbacher, naast hotelbaas ook fervent biker. Hij stapt, als zijn drukke werk in het familiebedrijf het toelaat, zelf zo vaak mogelijk op z’n bike en kent de omgeving op zijn duimpje. Moet natuurlijk ook, als je een mountainbikehotel runt.  

Het complete reisverhaal lees je in Mountain Bike Plus editie #215