Men neme: een busje met plek voor vijf bikes en bikers, een ruime B&Boerderij in een slapend dorpje in de Vogezen en een tot op de exacte coördinaten uitgedokterd routeplan. Gooi er een ongekend zonnige nazomer overheen en voilà – de perfecte biketrip is geboren.

Het kan soms zo eenvoudig zijn. Terwijl velen dromen van de Alpen, Whistler of Moab, ligt er op amper vijf uurtjes van Maastricht een absoluut trailparadijs: de Vogezen. Met bergen tot zo’n 1500 meter hoogte en een immens netwerk van wandelpaden, heeft deze streek talloze parels van trails. De ruwe rotsbodem en vele worteltapijten staan garant voor uitdaging, zeker als ze nat zijn. Met deze biketrip hebben we mazzel. De Vogezen, anders zo bekend om de vele neerslag die er gedurende het hele jaar valt, liggen er kurk- droog bij. Met z’n vijven hebben we onze pijlen gericht op het gebied rondom de hoogste top- pen van de Vogezen, namelijk de Höhneck en de Grand Ballon. Om flink wat afdalingskilometers te kunnen maken, gaan we zelf shuttelen. Een huurbus met dubbele cabine is daarvoor het ideale vehikel, en als we om de beurt allemaal een keer omhoog rijden hoeft niemand veel van de actie te missen. Trailhunter Job, voormalig padvinder en een bekend gezicht bij de redactie van dit blad, is mee en heeft zijn neus voor sublieme trails ingezet om op voorhand een routeplan voor elke dag te smeden.

LAC DE FISCHBOEDLE
Vanuit onze uitvalsbasis in het dorpje Sondernach, is het verrassend hoe snel we de verschillende trails kunnen bereiken. Enerzijds vanwege de gunstige ligging van dit plaatsje, maar anderzijds omdat eerdere ervaringen in de Vogezen hebben geleerd hoe zwaar en tijdrovend beklimmingen hier kunnen zijn. Onze shuttlebus zoeft daarentegen over het asfalt van de

trailhead naar het pickup punt in het dal en door naar de volgende trailhead. Dat is natuurlijk een beetje valsspelen, en uit milieu oogpunt moeten we er geen dagelijkse hobby van maken. Maar voor een weekendje is het een geweldige manier om veel negatieve hoogtemeters te kunnen maken. Op onze eerste dag rijden we gelijk naar een van de tofste trails van het weekend, namelijk de afdaling van skistation Gaschney via het Lac de Fischboedle naar Metzeral. Deze is eigenlijk het best te beschrijven als een eindeloze, verwilderde rock garden. Stenen, stenen en nog meer stenen zorgen ervoor dat elke meter van deze trail een uitdaging is. Ondanks de droge zomeromstandigheden kent deze dichtbegroeide bergflank nog wat nattigheid, wat de route bij vlagen nog interessanter maakt.

De talloze obstakels maken dit niet bepaald de snelste weg naar het dal. Het is in deze wildernis eerder zoeken naar een soort ritme en de juiste tactiek om de vaart erin te houden. Dat is essentieel om overeind te blijven en de vele stenen en wortels te overwinnen. Terwijl ik een lijn uitstippel over de meters voor me, voel ik hier en daar de pedalen langs en over de rotsen schrapen. Even duimen dat de ketting en het kettingblad van dergelijke aanvaringen verschoond blijven… Een schuivertje dwingt mij even later tot een onvrijwillige knuffelpartij met een rotsblok. Zelf gelukkig ongehavend, maar de voorvork heeft er een gemeen litteken op één van zijn bovenste vorkpoten aan overgehouden. Dat doet toch pijn. Hoewel de term ‘flow’ meestal aan vloeiende trails wordt toegedicht, is mijn ervaring dat je juist onder deze uitdagende omstandigheden flow kunt ervaren. Hoe ruw het pad ook is, als je met opperste concentratie in beweging weet te blijven is elke centimeter en elke steen een overwinning waar je een euforisch gevoel aan overhoudt. Wij zijn in elk geval stoked als we eenmaal het dal bereiken.

MÜNSTER
Na dit avontuur is het mijn beurt om te shuttelen, en neem ik plaats achter het stuur van onze bus. Met de adrenaline van de laatste afdaling nog in mijn lijf, valt het op de openbare weg nog niet mee om mijn rechtervoet in bedwang te houden. Het lijnen spotten van de trails laat zich gelukkig probleemloos toepassen op het asfalt, en ook op weg naar de volgende trailhead nemen we moeiteloos de ideale lijn door iedere haarspeldbocht die we tegenkomen.

Als we opnieuw bovenaan bij skistation Gaschney aankomen, is het lunchtijd. Hongerig strijken we neer op het terras van Ferme-Auberge Gaschney, waar we op aanraden van de gastvrouw elk een stuk Münsterquiche bestellen. Nu is quiche niet per se een lichte lunch, maar één stukje zal toch wel meevallen? Als onze bestelling eenmaal geserveerd is, wordt al gauw duidelijk dat het niet de calorieën zijn waar we ons zorgen om moeten maken. Münsterkaas is nogal een uit-gesproken goedje qua geur en smaak, en dan druk ik me voorzichtig uit… Met honger als een paard en wetende dat ik de volgende afdaling vanwege chauffeursverplichtingen oversla, durf ik de uitdaging aan en weet ik het stuk quiche naar binnen te werken, en binnen te houden. Een prestatie die met ongeloof en niet geheel zonder walging door de anderen wordt gadegeslagen – en zeker niet nagedaan. Je moet toch ergens in uitblinken.

 

LE GRAND BALLON
Op de tweede dag verplaatsen we ons werk- gebied naar de omgeving van skigebied Le Markstein en de Grand Ballon, de hoogste berg van de Vogezen. Letterlijk en figuurlijk nóg een hoogtepunt tijdens deze trip. Veel van de routes die we hier rijden liggen op een zuidhelling, en zijn wat minder begroeid. Dat betekent dus nog meer droge en stoffige trails! Het terrein doet eerder denken aan de zuidelijke Alpen dan aan de Vogezen. Naast de fenomenale paden verdient dit gebied ook aanbeveling vanwege de prachtige natuur.

De paarse begroeiing op de hooggelegen ‘gazons’, de vergezichten over het groene berglandschap en de vele meertjes

ingesloten in de dalen – we zijn tussen het afdalingsgeweld door regelmatig gestopt om de omgeving in ons op te nemen.Onderweg worden we meer dan eens getrakteerd op flinke rotspartijen die uitnodigen om te spelen en om creatief met de lijnkeuze om te gaan. Wat een feest! De kunst bij het vinden van goede trails in de Vogezen is dat je niet zomaar elk wandelpad kunt nemen. Sommige wandelroutes zijn zelfs met een gravelbike nog te rijden, maar er zijn ook paden waar je als wandelaar al van goede huize moet komen, en soms zelfs stukjes klettersteig kunt verwachten. Als je van technische uitdagingen houdt, vind je hier genoeg paden die met volledige commitment nog net te rijden zijn. Met dank aan Jobs voorwerk kunnen we de zoveelste toptrail in die categorie afvinken.

En zo gaat het weekend voorbij. Op de laatste dag rijden we nog een keer zo’n lekker steile, rocky afdaling. Zei ik steil? Wat begint als een smal, vlak lijntje door het gras en tussen de bomen, verandert al gauw in een cascade van stenen die zigzaggend het dal in duikt. Gelukkig is de ondergrond nog steeds kurkdroog, zodat de banden grip zat hebben. Desalniettemin is het een flinke uitdaging om de wielen op het pad en aan de grond te houden. Onderaan deze laatste trail kunnen we de balans van het weekend opmaken. Een paar flinke schaafwonden. Een lekke band door een roestig projectiel (?) die uiteindelijk met een ‘salami’ gedicht kon worden. Een kromme telefoon door een crash op de laatste paar honderd meter van het weekend. Gemiddeld stoke level 110. En vooral vijf brede grijnzen en een gezamenlijke terugblik op een perfect bikeweekend.