BIKE MOTION BENELUX – Grappige anekdote: Schwalbe stond een jaartje of vier geleden voor de keuze om de bandenmaat 650b uit de collectie te gooien omdat ze die band al jaren in de collectie hadden, maar die wielmaat maar niet echt wilde doorbreken. Vlak voordat de beslissing viel om 650b in de prullenmand te gooien, kozen enkele grote fabrikanten ervoor om 650b als ideale wielmaat te bestempelen die het beste van 26″ en 29″ combineerde. De rest is historie. Met de wielmaat 27,5+ gaat het iets anders want daar lopen de fietsfabrikanten voorop in de ontwikkeling en moeten de bandenfabrikanten wel mee om aan de snel stijgende vraag te voldoen. Schwalbe doet dat in 2016 door 27.5+ als ’the next big thing’ te bombarderen en de populaire Nobby Nic en Rocket Ron in zowel een 2,8 als 3,0 inch versie uit te brengen. Voor het ‘echte’ fatbike-werk heeft de Duitse bandenboer de Jumbo Jim beschikbaar die in de ’tractormaten’ 26 x 4,00 en 26 x 4,80 voor megagrip en veel fietsplezier moet zorgen in de nichemarkt van de originele fatbikes. Voor een veel breder publiek is er in 2016 een nieuwe combi onder de naam Tough Tom en Rapid Rob die voor een zeer aangename prijs (onder de 20 euro!) een instapband bieden met het oude profiel en de rijeigenschappen van respectievelijk de beproefde Nobby Nic en Racing Ralph. De rubbercompound en uitvoering als draadband van deze Active-line banden zijn uiteraard eenvoudiger dan de topmodellen EVO-line vouwbanden Nic en Ralph. Echter Schwalbe kennende, zullen van de instappers absoluut uitstekende prestaties verwacht kunnen worden. Als laatste Schwalbe-nieuws voor 2016 kunnen we nog de terugkeer melden van een oude legende, namelijk de good old Fat Albert voor het allmountain-segment. De Fat Albert 2016 is uiteraard een doorontwikkelde variant van de 15 jaar geleden voor het eerst geïntroduceerde allrounder en heeft een apart profiel voor zowel de voor- als achterband. De nieuwe band wordt gepositioneerd naast de Nobby Nic als alternatief voor iets zwaarder en meer afdalingsgericht terrein.

Gerko van der Graaf / Foto’s: Bas Wit