De aandrijflijn van onze mountainbike is vanzelfsprekend onderhevig aan slijtage. Het is echter wel zo dat je die slijtage en het goed lopen van het geheel een pak kan verbeteren met goed onderhoud. Dat hoeft zelfs niet eens zo moeilijk te zijn. Samen met Harrie Hofstede van kettingspecialist KMC gingen we op zoek naar tips en tricks om dat knarsen en piepen ver uit de buurt van onze bikes te houden.

Basisonderhoud is de sleutel
Misschien nog wel het belangrijkste van allemaal: het basisonderhoud. Eventueel na ieder ritje, hoe lang of kort ook. Op onze mountainbike hebben we te maken met een volledig open aandrijflijn waarbij alle componenten open en blootliggen voor de omstandigheden waarin we rijden. Of dat nu nat en modderig of droog en stoffig is, ze hebben allemaal invloed op de werking ervan.

.

Daarom is het belangrijk dat je je basisonderhoud consequent toepast. Zo lang mogelijk afblijven van ontvetters/kettingreinigers en die mooietooltjeszoals een plastic bakje, waarbij de ketting via borsteltjes geleid wordt door een ontvettingsvloeistof. Heet water en/of een zeepsopje met een borstel brengen je al een eind op weg voor het goed reinigen van de ketting en tandwielen. Daarna goed afdrogen en de ketting mooi invetten. Na het intrekken van het smeermiddel veeg je het overtollige ervan weg met een droge doek. Door dit steeds toe te passen heb je haast geen ontvetters nodig. Gevaar ontstaat als je de fiets gedurende langere tijd ongewassen wegzet. Dan koekt vuil en smeermiddel aan en heb je echt wel een sterke ontvetter nodig om het boeltje proper te krijgen. Dat laatste is dan weer nefast voor de duurzaamheid.

Volgens Harrie Hofstede blijft een ontvetter hoe dan ook een afrader. Dergelijke producten ontvetten de ketting in zijn geheel, zowel vanbinnen als buiten. Hierdoor kan de levensduur drastisch afnemen, ook al smeer je de ketting direct erna weer. Hij haalt ook aan dat het soms zelfs niet nodig is om je ketting na iedere rit opnieuw te smeren. Afhankelijk van het gebruikte smeermiddel en de omstandigheden waarin je gereden hebt, kan dat overbodig zijn. Natuurlijk moet je dat zelf een beetje aanvoelen en goed in de gaten houden. Met een slecht of nietgesmeerde ketting rondrijden is vanzelfsprekend een dooddoener.


Doorgedreven onderhoud
Als je dat basisonderhoud dus goed in acht neemt, blijf je lang probleemloos op pad. Het is wel zo dat je na langere tijd/afstand (ongeveer 1500km aldus KMC) eventueel met een zeer milde ontvetter even je werk kunt doen. Uiteindelijk blijft die emmer met heet water, een afwasmiddel en de borstel toch ‘themagic trick’. Voor de moeilijke hoekjes en kantjes in een cassette, tussen tandbladen en rondom je derailleur en derailleurwieltjes is de demontage ervan vaak een must om overal goed bij te kunnen. Dit is echter niet iets dat je continu moet doen, overdaad kan ook weer kwaad.

Je zou in acht kunnen nemen dat het oldschool uitspoelen en uitkoken in kettingvet de allerbeste methode is om je ketting weer te voorzien van dat dikke, duurzame vet. Je kan zo her en der informatie vinden over alternatieve manieren door bijvoorbeeld het smelten van waskaarsen. Alles om frictie te verminderen. Uiteindelijk blijft dat iets wat bijna onmogelijk is door de benodigde tijd en beschikbaarheid van het materiaal.

Do’s and don’ts

+
Aandacht besteden aan je aandrijflijn is een must.
Een heet zeepsopje en een borstel doen hun werk.
Gebruik de juiste smeermiddelen naargelang de verwachte omstandigheden.
Overtollig smeermiddel na intrekken verwijderen.


Laat ontvetters zo lang mogelijk achterwege.
Laat je fiets niet ongewassen voor langere periode staan, dit werkt het aankoeken van smeermiddel en vuil in de hand.

Overvloedige reiniging kan ook kwaad, kraaknet is niet steeds het streefdoel.